Als we teruggaan in de tijd, was er in de vijfde eeuw wat we vandaag "een catastrofale overstroming" zouden noemen, die vanaf de Belgische kust 25 kilometer landinwaarts drong en alles op zijn weg verwoestte...
Het maakte deel uit van de klimatologische context van de tweede Duinkerker Transgressie. Terwijl de zee zich terugtrok, fragmenteerde ze de kustlijn. De kustlijn onthulde een aaneenschakeling van eilanden, geulen, kanalen en een inham. Met uitzondering van een paar duinen had onze hele kustlijn het uiterlijk van het Zwin. Natuurlijk had de kustlijn niet zijn huidige lengtevorm.
In die tijd sprak men nog niet van het Zwin, maar van Sincfal, een naam van Keltische oorsprong die in het Latijn Sincfala werd. Volgens Rudy Vanhalewyn, conservator van het Hoy Museum in Knokke-Heist - dat de geschiedenis van het Zwin in kaart brengt - blijft de betekenis van dit woord een mysterie en onderwerp van meningsverschillen tussen taalkundigen. Dit gezegd zijnde, is het redelijk om aan te nemen dat de Sincfal - een imposante zeearm - een "zandbarrière" had aan de rand van de kust. Wat later het Zwin zou worden, maakte deel uit van deze Sincfal.
De naam Zwin stamt uit de feodale tijd. Het betekent een onbedijkte inham, overdekt door de zee naar gelang de getijden. Dit Zwin omvatte een zeearm die zich via Sluis en Damme een weg baande naar Brugge. Het is interessant om de configuratie ervan terug te vinden in het licht van de huidige topografie!
Tot in de tweede helft van de twintigste eeuw was er nooit sprake van een natuurreservaat... behalve voor trekvogels, die al eeuwenlang in deze streek wonen. Tussen het vroegere eigendom van de Compagnie Le Zoute en het Zwin van weleer zit een groot gat in de kaart. De loop van het Zwin is volledig veranderd. In de 9e eeuw verdween de naam Sincfala ten voordele van het Zwin, waarvan de monding zich op de plaats van het huidige casino bevond! Een kleine bocht getuigt van deze vroegere delta.
Het Zwin had een kustlijn van 5 kilometer. Er woonden maar weinig inwoners op deze tamelijk onherbergzame gronden, want ze waren onderhevig aan de woede van de oceaan. In die tijd zou het Albertplein door de zee zijn bedekt. In de 10e eeuw werden zes dijken gebouwd om het gebied te beschermen tegen het zoute water.
De Blankenbergse dijk, die het vissersdorp met Brugge verbond, vormde een barrière tegen het overstromende Zwin. De Krinkeldijk, tussen Hoeke en Oostkerke, volgde de loop van het Zwin en verbond Damme met de zee. Hij staat er vandaag nog steeds en was een van de favoriete plekjes van Guido Burggraeve, de vroegere conservator van het natuurreservaat. "Het is de mooiste! In de winter, in de maand december, kun je vanaf de Krinkeldijk duizenden ganzen uit de Oostzee en Siberië zien. Dit zijn roze- en witpootganzen. Ik heb ooit Marguerite Yourcenar een dozijn keer meegenomen om deze dijk te ontdekken. Ze vertelde me dat Zeno hier langs moest zijn gekomen op zijn weg naar buiten!
In de loop van de decennia stapelde het zand zich op. Brugge verloor zijn toegang tot de zee. De toegang van Damme kwam in het gedrang. De delta werd steeds smaller. Veel van wat later Knokke zou worden, leek nog steeds op moerasland. In de 15de eeuw kon de hele streek nog als een Zwin beschouwd worden. In de 17e eeuw begonnen zich duinen te vormen, vooral rond Knokke. Twee eeuwen later was de zeearm niet meer bevaarbaar. Tegenwoordig ligt een deel van het estuarium op Nederlands grondgebied, terwijl het vroeger vijf kilometer van de grens open lag. Het zand is nooit opgehouden met terrein winnen.
Aan het begin van de twintigste eeuw beleefde de verzanding van het Zwin zijn eerste door de mens veroorzaakte versnelling. De aanleg van de haven van Zeebrugge in 1904 zette het erosieproces van de stranden van Heist en Knokke en het verzanden van de Zwindelta in gang.
Het Zwin verliest al meer dan een eeuw landvormen. In Cadzand stortte het eerste gebouw van het Noordzeehotel, dat nog boven op een duin stond, tussen de oorlogen in, waarschijnlijk als gevolg van de verzanding door de uitbreiding van de haven van Zeebrugge.
Vanuit historisch oogpunt is het Zwin ook van historisch belang, hoewel het door zijn status als natuurreservaat in de vergetelheid is geraakt.
In september 1811 stak keizer Napoleon per boot het Zwin over en landde in Retranchement... nog steeds bereikbaar via de zee. Zijn aankomst betekende het begin van de aanleg van het kanaal Brugge-Breskens, dat in de nadagen van het keizerrijk bij Sluis zou stoppen. Dit kanaal was het werk van 15.000 Spaanse gevangenen.
Van de 13de tot de 17de eeuw was het Zwin het toneel van vele wapenfeiten. In juni 1213 vochten de Fransen en de Engelsen hun eerste zeeslag uit op deze wateren. Een eeuw later, in 1338, vochten ze opnieuw in dezelfde regio. Het land van het historische Zwin is dus rijk aan sporen uit het verleden.
Van het einde van de 16e tot de 17e eeuw was het Zwin het middelpunt van het 'geschil' tussen Spanje en de Verenigde Provinciën. Aan weerszijden van de oevers werden krachtige linies van vestingwerken opgetrokken, waarvan slechts minieme sporen zijn overgebleven. Aan de Spaanse kant, onze kant, lagen de forten Saint-Pol en Isabelle. Het ene lag aan de monding van het Zwin bij de huidige Oosthoek, het andere iets verderop bij De Vrede, aan de rand van de Comte Jean dijk. Tegenover hen vormden de wallen van Retranchement - nog steeds overeind en een idyllische plek voor een opsluiting - het contrapunt.
Met het einde van de hausse in de havens van Brugge, Damme en Sluis raakte de strategische en historische dimensie van het Zwin op de achtergrond. Het ligt nu begraven onder het zand en de polders die een einde hebben gemaakt aan de loop van het Zwin. Het is aan de wandelaars om deze stukjes geschiedenis op te graven tijdens hun tocht door het achterland.
Comments